Bob Mau liet naast zijn stripoeuvre een indrukwekkend oeuvre aan grafisch werk na. Dit grafisch werk is zeer veelzijdig, gaande van portrettekenen over naaktstudies naar cartoons. Bob beheerste verschillende grafische technieken: Chinese inkt, potlood, houtskool en balpen. Het zelfportret uit 1951 in houtskool is een zeer tactiele weergave van de jonge Bob. Simone stond model voor tal van naaktstudies die hij ijverig produceerde om zich verder te bekwamen in de tekenkunst. Er zijn zeer fraaie tekeningen bewaard in Chinese inkt, die een kenmerk gemeenschappelijk hebben: Bob kon als het ware met een penseeltrek vlot tekeningen op papier toveren die zeer krachtig en suggestief waren. Zijn stripverhalen werden ook door Bob in Chinese inkt gezet met het penseel, hij was een van de weinige striptekenaars die deze techniek beheerste.
Zeer fraaie voorbeelden zijn "Naakt", de cartoons "Opa op de Tets", "Portret van Omer Grawet" en "Jood". Bob tekende en schetste altijd en op alles wat hij maar vinden kon. Dat bewijst het "portret van pianist Pierre Volondat" ... snel met balpen geschetst op een kleurstalenfolder, die toevallig in zijn buurt lag toen hij de pianist aan het werk zag op televisie. De potloodtekening "Jazz" stelt twee Afro-Amerikanen voor, dansend op de tonen van de jazzmuziek. Ook hier weer geeft zijn tekenstijl zeer suggestief de sfeer van het tafereel weer. Sterk werk!
Met de gouachetechniek maakte hij treffende karikaturen: de blaffende Duitse "Feldwebel" en "Margaret Thatcher". Met deze laatste karakteriseerde hij de "iron lady" zo treffend dat de herinnering aan haar als harde tante meteen weerkeert.
De waterverftechnieken beheerste Bob als de beste: landschappen, portretten, sprookjesfiguurtjes, menselijke tafereeltjes zette hij met oog voor detail, kleur en compositie neer op het papier: "Schelde", "Sint-Paulusplein Antwerpen", "Heide in Kalmthout", "Herfstnaakt", "Praatje in Afrika" en "Hofmakerij".
In zijn schilderijen is een duidelijke evolutie te onderkennen van donker realisme naar een modernistische stijl. "De Bedelaar" (1947) is een schilderij van een bedelende man en jongen, en is een grauwe weergave van naoorlogse wantoestanden. Ook "De Bevrijding" (1947) is een sombere afbeelding van een vrouw die getekend door de oorlog de toekomst met gemengde gevoelens tegemoetziet. Is dit een verzinnebeelding van tegelijk de angst en de hoop die kort na de oorlog heerste? In "BonVivant" zien we een haast karikaturale figuur van een rijkaard die er blijkbaar warmpjes in zit en van het leven geniet. "De Klappeien", dialect voor roddelaarsters, is ook zo'n karikaturale voorstelling van roddelende vrouwen, duidelijk van de hand van de cartoonist-striptekenaar. In de "Hof", het "Portret van vader Mau" en "portret van Simone Bouttry" wordt het kleurenpallet al frisser.
Met "Shescape" (1958) zette Bob zijn eerste stappen naar de moderne schilderkunst. Onder invloed van de moderne, gestileerde stijl in kunst en architectuur van de Expo '58 maakte hij schilderijen van naakte vrouwen in lege ruimten. De figuren zijn opgebouwd uit facetten, vlakken. Deze schilderijen zijn een geabstraheerde voorstelling van de werkelijkheid zonder het pad van de figuratieve voorstelling ervan volledig te verlaten. De titels van de werken suggereren bevreemdende, mystieke en soms allegorische sferen: "De Spiegel", "Venus, felle ster", "Fata Morgana", "Silene", "Vervreemding", etc...